Bij de bestuurlijke elite in Nederlands Indië’ was het niet anders dan Europa in die tijd, de heer des huizes, mocht zich onbeperkt vergrijpen aan het dienstertje of een ‘lichtekooi’ voor de lol, maar aan het diner, in de sociëteit of de kerk, was het Victoriaanse archetype van de onkreukbare vrouw de sociale norm.




Racisme

In ‘ons Indië’ kwam daar nog een onversneden racistische component bij. Hoe vreselijk ook, elke eerstejaars student geschiedenis leert vanaf les een dat met een anachronistische bril naar het verleden kijken uit den boze is; bevoogding en paternalisme waren nou eenmaal de norm. Een waarde-oordeel heeft dan ook weinig zin, erkenning voor het generatie-overschrijdend leed voor veel kinderen des te meer.

De heren hielden er veelal een ‘njai’ op na, die als een primitief, maar warmbloedig seksobject werd gezien, wat later ook evolueerde naar het stereotype van de lieve oermoeder die gedienstig, maar niet al te snugger was. Als de ‘njai’ werd afgedankt, moest ze terug naar de kampong waar de kinderen van haar werden afgenomen als ze Europese trekken hadden. Na de capitulatie van Japan zaten de weeshuizen vol met deze kinderen, waar niemand nog belangstelling voor had.

Mevrouw

Dan was er nog het sekseverschil.  De residentiële heer mocht als gezonde vent ongelimiteerd bijgerechten nuttigen, maar in het veel minder voorkomende geval dat ‘mevrouw’ een ‘inlander’ niet als instrumenteel handig, maar als mens van vlees en bloed zag, dan waren de rapen gaar. Al helemaal als ze zwanger van hem raakte. 

Eenmaal terug in Nederland kregen de bastaards het vernederende etiket ‘blauwe,' waar ze in elitaire kringen niet zelden totaal genegeerd werden. De 'Societeit’ en ‘Bijvrouw’ zijn ontsproten aan die tijd en vormen mede de bouwstenen van mijn persoonlijke geschiedenis.

Ik heb mij laten leiden door reizen naar Indonesië, waar Bandung voor mij het absolute hoogtepunt vormde. De schitterende art deco architectuur van het legendarische hotel Homan, Sociëteit Concordia en villa Isola, net als de nog prachtig overgebleven woonwijken in Amsterdamse School-stijl gaven mij een instant sentimental journey. De tinten een beetje in fresco-sferen opgezet, om recht te doen aan de historie en de mystieke atmosfeer van Azië die mij altijd weer weet te betoveren. 


Het bovenstaande is veel uitgebreider en met meer nuance te lezen in o.a.

Dido Machielsen, Lichter dan ik, 2020 

Reggy Baay, De Njaj, het concubinaat in Nederlands Indië, 2009.




Comments
* De e-mail zal niet worden gepubliceerd op de website.